Sunday, October 17, 2010

't Metafoorke 7

Het Pan-Visioen van Disprosélyté


Gegroet, wie je ook bent. Noem mij maar Disprosélyté!

Blijkbaar vertoef je de laatste tijd ook soms op deze rustgevende bergflank. Voor mij is de Holympus als een oase midden in een hectische storm. Ik kom hier al een hele poos, gedreven door de alomonontkoombare druk van onze moderne beschaving. Daarboven, aan de voet van de hoogste levensboom, zit ik vaak te denken en te dromen over de betekenis van wat er ons overkomt, diep genietend van de pracht en het vrijheidsgevoel dat het betoverende uitzicht op het landschap van dit uitgestrekte, praktisch onbegrensde, gebied, ginds beneden, me geeft. Kom, ik zal je even tonen welk fantastisch perspectief je van hier op de wereld hebt.

Ooit, weet je, in een ver verleden, is de mens er zich van bewust geworden dat hij nadacht. Eenmaal dit een feit was, ging er een wetloop van start die tot op heden aanhoudt, ja, die zelfs nog nooit eerder op zo’n gespannen voet stond. Ik heb het over de tweestrijd tussen werkelijkheid en verbeelding. We hebben namelijk een hallucinerend sterk voorstellingsvermogen dat ons vooreerst een weergaloze voorsprong gaf op al onze aardse concurrenten, toen we leerden te voorzien wat er zou kunnen gebeuren en vervolgens tot echt plannen overgingen.
Maar zo eenvoudig bleef het niet. Die nieuwe vrijheid hield ook risico’s in, onvermijdelijke nevenverschijnselen die, zoals zo dikwijls, tot schrijnende verwarring leidden. Gedurende heel de volgende ‘rationele’ periode bleven we achtervolgd door een erfenis uit het prebewuste tijdperk, toen we nog de grootste moeite hadden het onderscheid te maken tussen werkelijke dingen en de symbolen die we creëerden om ze voor te stellen. En alsof het niet moeilijk genoeg was, werden er algauw ook symbolen bedacht, waar helemaal geen materiële dingen tegenoverstonden, op zich een meesterwerk van abstractie [1]. Maar de drempel om ons eigen bewustzijn hierop te projecteren was meteen overschreden en hieruit ontsproot de oerverwarring die de eerste aanleiding is geweest tot de zelfs vandaag nog onuitroeibare geesten, die velen hun gedachten blijven vertroebelen. Reeds de eerste denkers hebben het immateriële, het mysterieuze onvatbare, buitengewone krachten toegekend die ze dan belaadden met de taak alles wat niet verklaarbaar was te onderbouwen. Zo ontstond een rijk palet aan mythische (scheppings)verhalen bevolkt met al dan niet op, onder of boven de aarde heersende goden om alles te doen geschieden. Zo was het, is het en zal het zijn, ging het als vanzelfsprekend, omdat de goden het ons zelf hadden verteld!

Toen de Grieken het denken veredelden tot filosofie is Plato, in een poging orde op zaken te stellen, de eer toegekomen de mens formeel te verdelen in twee min of meer onafhankelijke delen, het lichaam en … de geest natuurlijk. Van meet af aan is conceptuele fragmentatie doorslaggevend geworden voor de westerse ontwikkelingsrace, waarin verregaande analyse mogelijk werd door (te) grote vraagstellingen systematisch te herleiden tot hanteerbare deelproblemen: “Mieren kunnen zelfs olifanten opeten, als ze hen maar in voldoende kleine stukjes hakken”.

Eeuwen later, in de lange rij pogingen onze wereld nauwkeuriger te beschrijven, toonde Newton, in zijn boek “Philosophiae naturalis principia mathematica” (“Wiskundige principes van de natuurfilosofie”), dat wat filosofie tot dan was – t.t.z. een betoog – in wiskundige vorm weergegeven kon worden. Het filosofisch begrip fragmentatie vertaalde deze geniale wis- en natuurkundige (praktisch gelijktijdig met maar waarschijnlijk onafhankelijk van Leibniz) door het uitvinden van de differentiaalrekening, een van de allerbelangrijkste berekeningstools van de huidige theoretische wetenschap. Deze “verwiskundiging” van de filosofie is wat we nu fysica noemen.


In de onafgebroken queeste naar verklaring zijn steeds opnieuw te zwak onderbouwde concepten afgebroken, waardoor de beter onderbouwde concepten de ontstane leegte konden innemen. Hoe algemener, abstracter, stellingen werden, hoe lediger ze werden en hoe meer pure kracht ze bevatten [2]. Dit is het fundamenteel opbouwende aspect van vacuüm. Het is een enorme uitdaging om zulke grondbeginselen te formuleren en daarvan vertrekkende, de meest verregaande afleidingen te kunnen maken over hoe onze wereld in elkaar zit.

Mijn top vijf uit deze serie is:

1
“The survival of the fittest”
Omdat deze metafoor eigenlijk triviaal is, en natuurlijke selectie de deur wagenwijd openzet voor opbouwende verandering of evolutie.
2
“Occam’s Razor”
Zegt dat als twee oplossingen hetzelfde resultaat geven, de eenvoudigste de beste is, bijvoorbeeld die met de minste (geen onnodige) veronderstellingen.
3
“Relativiteit”
Weerlegt bevoorrechte referentiekaders ten voordele van betrekkelijke relaties, zoals bijvoorbeeld noch de aarde noch de zon noch eender welk punt in het heelal absoluut onbeweeglijk beschouwd kan worden en dus hun positie en beweging maar zin hebben t.o.v. de andere.
4
“Covariantie”
Stelt dat de wiskundige vorm van een beschrijving, voor een bepaald fenomeen in de fysica, dezelfde moet zijn voor alle coördinatenstelsels.
5
“Maximale symmetrie”
Drukt uit dat een structuur ongevoelig of invariant is voor bepaalde gezichtspuntveranderingen of transformaties, wat mee aan de basis ligt van vorm schoonheid.

De eerste is echt een buitenbeentje met onwaarschijnlijk belangrijke inzichtelijke gevolgen en zoals je weet begon dit met Darwin [3]. De tweede geeft eveneens aan dat de efficiëntste de voorkeur verdient, maar heeft tevens iets opmerkelijks gemeen met de volgende drie: ze verwijzen, steeds vanuit een andere invalshoek, naar elegantie en esthetiek, alsof de weg naar de universele waarheid en verklaring zou kunnen bereikt worden door de ultieme verlichting tot opperste harmonie. Dit lijkt wel echt verwant met de boeddhistische leer en is onder andere ook brood op de plank van de pantheïsten, die de natuur als geheel vereren.

Het model van de oosterse filosofie, dat de samenhang en eenheid van het heelal centraal stelt, is vanaf de jaren 1970 de aanzet geweest tot nieuwe denkrichtingen in het westen met al dan niet succesvolle resultaten, zie bijvoorbeeld de natuurkundige werken: “The Tao of Physics” van Fritjof Capra [4] en Wholeness and the Implicate Order“ van David Bohm [5], waarin zelfs aangetoond wordt, met behulp van een nieuwe speciaal daarvoor bedachte taal, hoe onbewust fragmentariserend onze gebruikelijke talen wel zijn. In Bohm’s “Rheomode” zijn werkwoorden de basis en zelfstandige alsook bijvoeglijke naamwoorden worden er systematisch van afgeleid, met de bedoeling te benadrukken dat ‘dingen’ maar tijdelijk zijn en dat alles te beschouwen is vanuit een proces van verandering of beweging. Volledig in deze denklijn ligt ook Ilja Prigogine, de chemicus medeoprichter van een Centrum voor de Studie van Complexe Systemen [6], die bezeten was door het begrip tijd. Zijn stelling luid [7]:

“Niets is zoals het was, zijn is slechts overgang, alles wordt.”


Hij bestudeerde hoe zogenaamde dissipatieve structuren spontaan tot stand komen, op voorwaarde dat de systemen die ze voort brengen zich ver van het thermodynamisch evenwicht bevinden, in tegenstelling met het domein van de klassieke thermodynamica waar alles steeds energetisch vervalt tot de onverbiddelijke warmtedood. Om dit te kunnen beschrijven moest hij de dynamica verplaatsen naar phase-space, waar de deterministische zekerheden vervallen, de tijd onomkeerbaar is en statistische wetten hoog gecorreleerde systemen toelaten te evolueren, met de klassieke dynamica als bijzonder geval, als de wisselwerkingen tussen de beschouwde deeltjes niet persistent zijn [8].
Natuurlijke morfogenese of universele zelfstructurering is trouwens ook een van de vele resultaten van een uiterst omstreden theorie die tracht enigheid te brengen over de huidige controverse in de fundamentele natuurkunde, waar de tools, ter beschrijving van de quantummechanica enerzijds en de cosmologie anderzijds, volstrekt onverenigbaar lijken. Hiertoe heeft Laurent Nottale, een buitenissige astrofysicus, een voor velen zeer moeilijk te nemen reuzen sprong gewaagd en over moeten stappen op een totaal nieuwe wiskundige tool, de fractalen [9], om zo boven bewegingscovariantie, die we aan Einstein danken, ook schaal covariantie te bereiken. Voor zijn ploeg is quantummechanica niets anders dan klassieke ‘Newton-Einsteinse’ mechanica maar dan in een fractale ruimte-tijd. Deze schitterende eenheidsconstructie laat toe de grenzen van ons begrip te verleggen in de drie richtingen van oneindigheid: Afbeelding: Les Trois Infinis Cosmologiques
het oneindig kleine, het oneindig grote en het intermediaire oneindig complexe, net waar wijzelf ons bevinden [10]. Er wordt zelfs een antwoord geboden aan de lastige vraag, zie “The Quark and the Jaguar” [11] van Murray Gell-Mann, hoe we de complexiteit van een systeem formeel kunnen definiëren, laat staan berekenen: naar analogie met energie formuleert Nottale complexergie, een rechtstreekse quantitatieve maat voor de structurele hiërarchisatie van complexe systemen. De grote verdienste van deze ‘Scale Relativity’ [12], zie ‘A Fractal Matrix for Organization in Nature’ [13], is dat ze opgebouwd is vertrekkende van een minimum aan veronderstellingen en dan nog van zeer algemene aard, daar waar quantummechanica tot dan toe gebaseerd was op eerder ad hoc axiomatische grondbeginselen. De vele voorspellingen en dus het aantal fronten waar deze theorie met andere in concurrentie raakt, neemt als maar toe en het is nog maar een kwestie van enige tijd om te weten welke hypothesen de confrontatie zullen overleven in de empirische peiling-arena’s van deeltjesversnellers, telescopen, satellieten en high-tech labo’s (bv.: veronderstellingen over super strings, dark matter en dark energy, waar, ter verklaring van het dynamisch evenwicht in ons heelal, men aanneemt dat, van de totale energetische inhoud, er 22% massa is van een volstrekt onbekende aard en 74% energie van een al even volstrekt onbekende soort, zodat alles wat we ons zelfs maar kunnen inbeelden over amper 4% van wat er ‘logisch’ zou moeten zijn gaat [14]: over spoken gesproken…).

Hoe dan ook, als complement voor de verregaande specialisatie van de wetenschap in vakgebieden, is er weldegelijk nood aan multidisciplinair onderzoek, over de arbitraire vakgrenzen heen, zoals het ECCO [15] aan de VUB of het Santa Fe Institute [16] in New Mexico, die, vanuit hun overzichtspositie, de dialectiek ten volle kunnen benutten om te synthetiseren en nieuwe denkpistes uit te stippelen. Het is aan deze horizon dat de begrippen indeterminisme, irreductibiliteit, complexiteit, morfogenese, emergentie, autopoiësis, artificiële intelligentie enz. stilaan mature vorm beginnen aan te nemen. Vanuit de oorsprong tot nu en zelfs naar de toekomst toe, verkrijgen we stilaan een totaalbeeld waaruit geleidelijk aan duidelijker wordt welke passende actieve rol we kunnen spelen in het geheel.

We hebben nu al deze kennis opgestapeld, maar in hoeverre gaan we onze gezamenlijke acties en ons individueel gedrag erop afstemmen? Is redelijke coherentie in de globale menselijke maatschappij haalbaar? Zo kwam het dat mijn oorspronkelijke zoektocht naar ontspanning en begrip geleidelijk is verworden tot een bron van nieuwe onrust. De opwinding, die zich subtiel van me meester had gemaakt, begon stilaan concretere vormen aan te nemen en sloeg recent om in een permanente drang naar koersverandering.
Alles duidt erop dat sommige menselijke levenspatronen alarmerend onaangepast zijn [17]. Zoals we nu met onze planeet omgaan is totaal onhoudbaar, daar we haar vandaag niet duurzaam gebruiken, maar wel 5 maal te snel verbruiken, de Aarde raakt echt buiten adem en de eerste zware hoestbuien zijn al merkbaar [18], [19].
De huidige ‘economische’ groei is in feite een ‘oneconomische’ groei want de reële ‘kosten’ (vooral voor het milieu, inclusief het klimaat) worden nog steeds niet ernstig in rekening gebracht. Naar Nigeria en India werden er bijvoorbeeld de laatste jaren tienduizenden tonnen aan gevaarlijk afval geëxporteerd en daar in de natuur gedumpt, met technisch erg moeilijk herstelbare en dus zeer dure gevolgen op termijn, opdat vandaag enkelingen daar ‘ver’ vandaan het nóg wat ‘beter’ zouden hebben. In de relatief korte geschiedenis van het Aardse bewustzijn, is deze reeds op het punt haar eigen toekomst te compromitteren. Nog nooit eerder heeft één soort zoveel andere naar de vernietiging geleid in een beschamende pangenetische genocide. We zagen onverstoorbaar de tak door, waar we zelf de nog onrijpe vruchten van zijn.
Om hier een eind aan te stellen dient het begrip ‘vooruitgang’ dringend een andere definitie te krijgen en moeten zowel de consumptie als de productiesystemen snel en grondig aangepast worden. De limieten van de traditionele economische groei zijn bereikt en de trend is onweerlegbaar die van complexificatie, waarbij de toenemende structurele en functionele verfijning kenmerkend is voor zowel de systeemsubstraten [3] als voor de haalbare procescontrole. Het komt eigenlijk neer op niet ‘meer of groter’ maar ‘beter of aangepaster’. Dit nieuwe economische paradigma leidt ons in de eindfase van een voorheen stormachtige ontwikkeling, hopelijk het bovenste plateau van de S-kurve, waar de veranderingen zich niet meer op kwantitatief maar op kwalitatief vlak afspelen: van maximalisatie naar optimalisatie (of in onze Collette machinetermen: van Ultima naar Consigma). Doorgedreven hernieuwbare en deels gedecentraliseerde energieproductie [20] en closed-loop productie-consumptie door integrale recycling vormen dan de kern van een organische economie, waarin fitness [3] ten volle tot zijn recht komt. Het hoogste doel voor de mens is dan de maatschappij zinbewust [3] in de richting van de evolutie te sturen waarbij fitness dan verzekert optimaal alle duurzame mogelijkheden te benutten om onze culturele overlevingskansen te verhogen en de globale levenskwaliteit te verbeteren.
Zoals iedere jonge persoon moet ook de maatschappij, vanwege haar eigen groeifasen, noodgedwongen met vallen en opstaan, evolueren van zelfontwikkeling naar verantwoordelijkheid [21]. Het is nog steeds niet te laat, wel hoge tijd, omdat er in dit geval geen sprake kan zijn van een tweede kans. Er is nog zeer veel werk voor de boeg om te komen tot gecoördineerde en daadkrachtige global “ResponsAbility” en die kan nooit vrijblijvend bereikt worden. We zijn dringend toe aan niet evidente individuele mindset- en gedragswijzigingen. De samenvatting hiervan kan herleid worden tot een kern die uiteindelijk hier op neer komt:
Universeel Cybernetisch Manifest

Blijf je doelstellingen formuleren en publiceren.
Blijf je doelstellingen bespreken en bijsturen.
Blijf je afspraken respecteren.
Zodoende weet de Andere wat je van plan bent en kan er een gezamenlijk actieplan uit voortvloeien, dat niet zondermeer gewijzigd kan worden.

Het sluipende gevaar van vandaag is schaapse onverschilligheid enerzijds en bewuste ontkenning dat er zich een probleem voor doet anderzijds. Velen vervallen in vluchtscenario’s zoals chemische verdoving of een vorm van vlucht naar voren, in de virtualiteit [22], als schuilplaats voor de omnipotente druk van de allesomvattende integratie. Maar, als we aannemen dat niets van ons op zichzelf bestaat, niet fysisch en niet geestelijk, dat niemand zich anders kan bepalen dan t.o.v. de buitenwereld en dat we het geheel van al onze relaties met de Anderen en de wereld zijn, dan wordt het onmiskenbaar dat als we onze relaties beschadigen, we onszelf beschadigen… Dus, we hebben geen keuze: elke negatieve handeling m.b.t. wat we gewoonlijk als buiten onszelf beschouwen beschadigt ons, niet door weerslag maar onmiddellijk omdat het … onszelf is! Wij zijn zelf-opgebouwd door onze relaties met de buitenwereld. Zo ook is het substraat onderliggend aan de ideeën van onze virtuele avatars altijd de menselijke hersenen, ja:

“Disprosélité dankt zijn Hexistentie aan de echte Natuur!”

Ga nu en see you IRL, my friend, maar weet dat je handelingen niet enkel je éigen voortbestaan op het spel zetten en denk nog eens aan deze woorden, geïnspireerd door een Indiaans opperhoofd:

“Als de laatste Held gedood zal zijn,
als de laatste boom en ook de laatste vis geveld zullen zijn,
als de laatste rivier onherroepelijk vervuild en geen lucht nog adembaar zal zijn,
dan zal de Mens ervaren dat Geld noch God verteerbaar zijn.”


Afbeeldingen:

‘Le Bouddha’ van Odilon Redon: c. 1905 ; Pastel op papier, 98 x 73 cm;
Musee d'Orsay, Paris: www.odilonredon.net/bouddha.html
            Odilon Redon: http://www.odilonredon.net/
           
Les Trois Infinis:

Referenties:

[1]:      The Phenomenon of Science:
[2]:      La Complexité, Vertiges et Promesses: http://www.automatesintelligents.com/biblionet/2003/fev/benkirane.html
[3]:      Hebben Wij het Geweten: Metafoorke 6
[4]:      De Tao van de Fysica: ISBN: 9021533936
[5]:      Het Geheel-Zijn en de Erin-Vervatte Orde: ISBN: 0 7448 0000 5
[6]:      The Center for Complex Quantum Systems:
[7]:      From Being to Becoming:
[8]:      The End of Certainty: ISBN1258 3030
[9]:      Woroem altij mo rapper: Metafoorke 2
[10]:    De Drie Richtingen van Oneindigheid:
[11]:    De Quark en de Jaguar: ISBN 0 349 10649 5
[12]:    La Relativité d’Echelle:
[13]:    A Fractal Matrix for Organisation in Nature:
ISBN:13: 9780141011110
[15]:    The Evolution, Complexity and COgnition group
[16]:    The Santa Fe Institute
[17]:    “The Voice”, or about what should never be. Watch the full movie there: http://www.altertube.tv/view_video.php?viewkey=1e305170616ba3d3dac3 or today: http://www.greylodge.org/gpc/?p=1080
[18]:    “The Planet”, or about what is and should quickly change. Watch the full movie there: http://www.theenvironmentsite.org/Forum/viewtopic.php?p=81454 or today: http://www.youtube.com/watch?v=g6d15msvjbk
[21]:    Van Zelfontwikkeling naar Verantwoordelijkheid: ACCO, Leuven ISBN 9033403226
[22]:    The Ascencion to Hyperworld: Metafoorke 5

No comments: